Classic Car Magazine

Gestoken door de drietand

Patrick Hanssens de man achter Mistral Classics

Het was in het voorjaar van 2011 dat ik voor het eerst kennismaakte met Patrick Hanssens. De Maseratisti Fiamminghi België, zeg maar de Vlaamse Maserati Club, organiseerde een Meet & Greet voor hun leden en de plaats van treffen was bij Patrick thuis in Lauwe. Na een geur- en wijndegustatie nodigde hij ons uit om in zijn voormalige fotostudio naar zijn Maserati’s te komen kijken. Daar vielen we van de ene verbazing in de andere. Naast een aantal Maserati’s stonden daar Maserati motoren en automobilia, zoals Maserati bougies, dealerschilden en miniatuurmodellen. Hier kon ik al zien, dat het een man is met een zeer grote passie voor het merk. Toen ik in 2014 door het Museum Autoworld gevraagd werd te helpen met het opzetten van een tentoonstelling met als thema 100 jaar Maserati twijfelde ik dan ook geen moment om Patrick te bellen met de vraag of hij een aantal van zijn auto’s en motoren beschikbaar wilde stellen.

Tentoonstelling 100 jaar Maserati


Daar wilde hij graag aan meewerken. Daarna ben ik samen met Eric Janssen, de toenmalige museoloog van Autoworld, bij Patrick gaan kijken welke modellen wij graag wilden tentoonstellen. Al snel hadden we er samen zeven gereserveerd met daarbij een aantal motoren. In zijn “museum” werd net de laatste hand gelegd aan de restauratie van zijn 3500GT. De gereviseerde motor stond nog naast de auto op een pallet en zou er de volgende maand ingezet worden. Op de vraag of we die voor de tentoonstelling mochten lenen, was het antwoord ja. Dat betekende dat de afbouw van de 3500GT twee maanden vertraagd werd door deze gulle geste. Datzelfde gold voor een aantal Maserati reclameborden. Die zou hij van de muur schroeven en zouden met het transport mee naar Brussel gaan. Mede door het aantal Maserati’s van Patrick en natuurlijk ook van de andere verzamelaars werd de tentoonstelling een groot succes.

Onze sponsors

Gestoken door de drietand

Maar door al die drukte was ik eigenlijk nog nooit met Patrick in gesprek geraakt hoe hij door de Drietand werd gestoken. Dus na al die jaren trok ik vorige maand naar Lauwe om eens te horen waar die passie vandaan komt. Patrick:“ Ik denk dat het al vroeg begon, want toen ik een jaar of acht was en met mijn ouders op vakantie naar Zuid-Frankrijk ging, zag ik een super gestroomlijnde auto voorbij flitsen, dat bleek een Citroën SM (Maserati) te zijn geweest. Ik kon dat beeld de hele vakantie niet uit mijn hoofd krijgen, wat een schoonheid”. Toen Patrick bezig was met zijn studie als fotograaf kocht hij zijn eerste auto een Panhard Dyna uit 1964. Patrick: “Ik heb hem helemaal zelf gerestaureerd in de krappe garage bij mijn moeder. Wat was ik trots op het resultaat, ondanks het feit, dat de eigenhandig gespoten auto niet in een concoursstaat was. Mijn vrienden hadden allemaal Volkswagen Golfjes, maar ik met mijn Panhard maakte wel de blits bij de meisjes. Daarna heb ik een aantal Citroëns en Peugeots gehad en ook een Volkswagen Karmann Ghia uit 1964. Mijn vrouw Ann reed dagelijks in een Volkswagen busje uit 1978. Toch was ik op zoek naar iets bijzonders en kwam de prikkel uit mijn jeugd weer boven, de volgende auto zou een Maserati moeten worden. Het is drieëntwintig jaar geleden toen ik de eerste kocht, een Ghibli voor €15.000, nog betaalbare en zeer exclusieve modellen. De prijzen lagen toen tien keer lager dan die van een Ferrari. Omdat ik me ondertussen verdiept had in het merk Maserati kwam ik er achter, dat het eigenlijk een veel belangrijker en interessanter merk is dan Ferrari. De broers Maserati die in 1914 een garagebedrijf startten, bouwden vanaf 1926 een raceauto onder hun eigen naam. Dat werd de Maserati Tipo 26 en er volgden meer. Steeds was de focus op race- en sportauto’s. Er moesten successen geboekt worden tijdens wedstrijden anders kwam er geen geld binnen. En geld was nodig om ook de ontwikkeling van nieuwe modellen en technieken te kunnen financieren. Omdat de broers het uiteindelijk niet alleen konden redden, verkochten zij hun aandelen aan Adolfo Orsi, een rijke industrieel. Die besloot in de vijftigerjaren, dat er ook sportauto’s en Gran Turisimo’s gebouwd moesten worden voor de kapitaalkrachtige klanten. Daarmee zouden ze dan hun raceactiviteiten kunnen financieren. Het eerste model was een Maserati 1500 Coupé met een carrosserie van Pininfarina, maar dat was nog geen succes. De eerste resultaten kwamen met de introductie van de 3500GT, die op het salon van Genève in 1957 werd gelanceerd en een carrosserie had dat ontworpen en gebouwd was door Touring Superleggera. Van dat model werden er meer dan 2000 gebouwd en ik heb er een uit 1961 in mijn collectie. De restauratie daarvan is in 2016 gereed gekomen. Om te bewijzen dat Maserati’s betrouwbaar zijn, heb ik er samen met mijn vrouw Ann een tocht naar en door Italië mee gemaakt. Toen we terug waren, stond de teller 7.000 Km hoger en de 3500GT heeft die zonder enig probleem afgelegd”.
De Ghibli Serie1 die Patrick heeft, is eigenlijk de eerste Maserati die hij kocht als project. Ook die is volledig gerestaureerd en is volgens Patrick de fijnste Maserati die hij heeft. Op de vraag hoeveel hij er bezit, moest hij even nadenken. Patrick: “Dat is in die drieëntwintig jaar dat ik nu verzamel, uitgegroeid tot zeventien modellen. Ik heb ze gekocht voor de schoonheid en niet voor de belegging. Dat ze inmiddels veel meer waard zijn, is natuurlijk mooi meegenomen”.

De Maserati’s van Patrick

Naast de Ghibli en de 3500GT bezit Patrick nog een Mistral (1964), een Mistral Spyder (1964), een Sebring (1964), een Mexico (1964), een Quattroporte I (1968), een Indy (1972), een Citroën SM (Maserati) (1972) , een Khamsin (1973),een Merak (1974), een Bora (1976), een Kyalami (1976), een Quattroporte II (1978), een Quattroporte III (1980) en een Quattroporte IV
( 1996).
Die laatste is samen met een Maserati 288 (1988) een van de drie modellen uit de periode dat Alessandro DeTomaso eigenaar was van Maserati. Hij probeerde Maserati nieuw leven in te blazen na de korte periode, dat Citroën de eigenaar was. Ook de Kyalami stamt uit die periode en is eigenlijk een gepimpte DeTomaso Longchamps met een aangepaste carrosserie en natuurlijk een mooie V8 Maserati motor in het vooronder. De Biturbo-modellen, die compact en redelijk betaalbaar waren en waar DeTomaso volume mee wilde maken, hebben het merk geen goed gedaan. Te snel op de markt gebracht waardoor er in het begin vele kinderziekten in zaten. Toch zijn dat nog de betaalbare Maserati’s en door hun zeldzaamheid beginnen ook daar de prijzen sterk te stijgen. Bij goed en regelmatig onderhoud blijken het ondertussen betrouwbare auto’s te zijn.
De Quattroporte II uit 1978 is er een uit de Citroën-periode en is gebaseerd op het onderstel en de motor van de Citroën SM (Maserati). Hij heeft dus ook voorwielaandrijving en hydropneumatische vering. Patrick heeft in Spanje een van de 12 modellen gevonden die door Bertone ontworpen en gebouwd werden. Dat is trouwens het enige land in Europa waar ze verkocht zijn, samen met Saudi Arabië, omdat er voor de andere landen geen typegoedkeuring zou zijn geweest. De carrosserie is al helemaal onderhanden genomen en ook de techniek is bijna klaar.

Mistral Classics

Dat brengt me meteen op de vraag waarom hij naast een drukke baan als eigenaar van het reclamebureau BOA twee jaar geleden is gestart met Mistral Classics. Patrick: “Vanaf mijn eerste Maserati, 23 jaar geleden, heb ik altijd zelf aan mijn auto’s gesleuteld en ze gerestaureerd, maar dan loop je af en toe toch tegen zaken op, die je niet alleen kunt oplossen. Dirk, een bevriende technicus hielp me dan uit de brand. Hij werkte overdag in een garagebedrijf en in de weekenden hielp hij mij. Maar toen hij met pensioen ging, wilde hij nog wel doordoen. Ik heb hem toen in dienst genomen en door de vraag van vrienden is hij ook begonnen hun Maserati’s te restaureren en te onderhouden. Dat nam echter zo’n vlucht, dat ik moest uitkijken naar een aparte locatie en die hebben we gelukkig hier in Lauwe gevonden. Ondanks dat we met Mistral Classics pas twee jaar bezig zijn, hebben we dus al 23 jaar ervaring. Het bedrijf doet ‘nut & bolt’ restauraties en daardoor worden er alleen Maserati’s klaargemaakt, die in concoursconditie zullen zijn”. Op het moment dat ik het bedrijf bezocht, stonden er maar liefst acht Maserati’s in diverse stadia van opbouw. Patrick heeft inmiddels vier man in dienst die al het werk kunnen uitvoeren. Hij krijgt Maserati bezitters van heel België, maar ook Nederland en Frankrijk. In korte tijd is Mistral Classics een naam, die niet meer weg te denken is binnen de Maseratikringen. Daarnaast houdt Patrick zich ook binnen de Vlaamse Maserati Club bezig met de klassiekers en adverteert hij in de Drietand, het clubblad.

Maserati Motoren

Rondlopend door het bedrijf viel het me op, dat er verschillende Maserati motoren staan. Patrick: “Het is iets wat veel mensen niet weten, dat Maserati in de vijftigerjaren lichte motoren bouwde, van 50cc 2-takt tot en met twee 4-takt modellen , een van 160cc en een van 250cc. Daarnaast heeft Maserati bougies, accu’s en lampen voor auto’s gemaakt. Nu gezochte items voor de verzamelaars van automobilia.”
Patrick: “Nu ben ik zelf dagelijks een uur in het bedrijf aanwezig, tijdens het eerste uur om de status van de verschillende projecten met de mannen door te nemen. Als mijn kinderen straks een grotere rol gaan krijgen in mijn reclamebureau BOA zal ik me daar meer terugtrekken en meer tijd besteden aan Mistral Classics. Mijn team en ik hebben als doelstelling om het beste restauratiebedrijf van Europa te worden”.

De Maserati’s, die Patrick beschikbaar heeft gesteld voor de beurs Flanders Collection Cars 2018 in Gent zijn de volgende modellen:
Maserati 3500GT Serie 1 uit 1961
Maserati Mistral 3,7 uit 1964
Maserati Ghibli 4,7 uit 1967

Tekst: (c) Frank Rameckers
Foto’s: (c) Patrick Hanssens